De soldaat van Oranje.
Icoon van het verzet

Beeldvorming

door Onno Sinke – leesduur 8 minuten

De oorlogservaringen van Erik Hazelhoff Roelfzema – geheim agent en piloot – bereikten via zijn autobiografie Soldaat van Oranje en de daarop gebaseerde film en musical een zeer groot publiek. Welke stempel drukte hij daarmee op de beeldvorming van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Scheveningen lag er op woensdag 31 maart 1971 grijs, grauw en verlaten bij. Door de gigantische ramen van het perszaaltje in het Kurhaus kon men af en toe een dik ingepakte voorbijganger langs zien komen. Binnen hadden zich een vijftal journalisten, een hoge officier van de Militaire Spectator en een marineman verzameld. Zij waren gekomen voor de presentatie van Soldaat van Oranje, het boek van Erik Hazelhoff Roelfzema over diens ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De plek was niet lukraak gekozen: het was het eindpunt van de gewaagde verbinding die Hazelhoff Roelfzema tijdens de oorlog tot stand had weten te brengen tussen het vrije Engeland en het bezette Nederland. De persconferentie was het begin van een uitgebreide mediacampagne die het boek al snel zou katapulteren naar de nummer 1-positie op de maandelijkse bestsellerlijsten.

12 juni 1945, landgoed Anneville te Ulvenhout. Adjudant van de koningin Erik Hazelhoff Roelfzema, later zelfbenoemd ‘Soldaat van Oranje’, reikt koningin Wilhelmina en prinses Juliana wat door te nemen staatstukken aan. Foto: Beeldbank WO2 – NIOD

 

Wraakzucht
De publicatie van Soldaat van Oranje kende een lange voorgeschiedenis. Al tijdens de oorlog was Erik Hazelhoff Roelfzema bezig zijn ervaringen op papier te zetten. Direct na afloop van zijn operaties boven Berlijn maakte hij aantekeningen, waarbij hij elke keer lette op andere details. Na tien vluchten had hij zo voldoende materiaal voor een artikel dat hij door een toevallige ontmoeting met de zoon van krantenmagnaat William Randolph Hearst in september 1945 in Cosmopolitan Magazine geplaatst wist te krijgen.

Niet lang na het einde van de oorlog zette hij zich aan het werk om zijn memoires uit te werken. Na een vlot begin liep hij vast toen hij bij de beschrijving van zijn Londense periode was aanbeland. “Het was allemaal te kort geleden, de wonden waren nog te rauw, ik zat te knarsetanden van woede en wraakzucht, lang niet altijd jegens de Duitsers”, schreef hij later in Op jacht naar het leven, de uitgebreide autobiografie uit 2000 die zijn hele leven bestrijkt. Het manuscript voor Soldaat van Oranje verdween in een koffer op de zolder van zijn ouders. Net als vele andere jonge mensen richtte Hazelhoff Roelfzema zijn blik naar voren, op het opbouwen van een carrière en het stichten van een gezin. En net als vele anderen kon hij maar niet wennen aan het naoorlogse Nederland. Hij vertrok naar de Verenigde Staten, waar hij onder andere als journalist werkte.

Erik Hazelhoff Roelfzema bij het bronzen beeld van kunstenaar Kees Verkade dat in 2002 werd onthuld op het Verzetsplein in Zandvoort, ter herdenking van alle daden van verzet in het verleden, heden en toekomst. Foto: ANP FOTO/JUAN VRIJDAG

 

Verzetsmythe
Hoewel er in de eerste jaren na de oorlog een golf van oorlogsmemoires op de markt kwam, waren daar maar weinig autobiografieën bij van Engelandvaarders zoals Hazelhoff Roelfzema. De meeste Engelandvaarders kregen in deze periode de indruk dat hun landgenoten niet zaten te wachten op hun verhalen, mogelijk omdat dit hen confronteerde met hun eigen gebrek aan daadkracht tijdens de oorlog.

Op het eerste gezicht lijkt dit gevoel opmerkelijk. In de eerste decennia na de oorlog werd het verzet immers op een voetstuk geplaatst. Nederland had een inspirerende nationale mythe nodig als tegenwicht tegen de vernedering van de snelle capitulatie, de jarenlange bezetting en de bevrijding door buitenlandse legers. Het verzet bood die mythe. Nederland was eensgezind geweest in de afwijzing van de Duitse bezetter, zo wilde het verhaal – een kleine minderheid had zich actief verzet terwijl de overgrote meerderheid zich passief had verzet of in elk geval anti-Duits was geweest. Iedereen had gedaan wat binnen zijn mogelijkheden lag. Wie zich eerder of meer had verzet dan anderen was van ondergeschikt belang. De nadruk lag op het collectieve heroïsme van het verzet, niet op individueel heldendom. Zodoende was er geen ruimte voor de verhalen van individuele verzetsmensen, laat staan dat er aandacht was voor andere groepen die hadden geleden onder het naziregime.

Vanaf het midden van de jaren zestig veranderde dit. Met de aanzwellende belangstelling voor de oorlog kwam er meer aandacht voor de slachtoffers. De Jodenvervolging kwam steeds meer centraal te staan. Langzamerhand brokkelde de nationale mythe van het verzet, die in de collectieve herinnering zo dominant was geweest, af. Tegelijkertijd kwam er door de individualisering van de samenleving meer aandacht voor de individuele verhalen, ook van verzetslieden. Steeds meer mensen kwamen op een leeftijd dat ze begonnen terug te blikken op hun leven. Door hun pensionering hadden velen van hen ook de tijd om hun herinneringen op papier te zetten.

Ook Hazelhoff Roelfzema – nog niet met pensioen – had inmiddels genoeg afstand van de oorlog om zijn memoires over de oorlog weer ter hand te nemen. Uitgeverij De Geïllustreerde Pers vroeg hem eind jaren zestig zijn oorlogservaringen te verwerken in een serie artikelen voor de Nieuwe Revu, die daarna in boekvorm zouden worden uitgebracht.

Na de bevrijding houdt koningin Wilhelmina een glorieuze intocht in Den Haag. Op de achterbank van de auto ‘Soldaat van Oranje’ Erik Hazelhoff Roelfzema. Foto: Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Co van der Wal

 

Paleis Soestdijk
Hazelhoff Roelfzema’s memoires verschenen in 1970, onder de titel Het hol van de ratelslang. Tot onvrede van Hazelhoff Roelfzema was het een goedkope paperback zonder illustraties, waarin de artikelen zonder veel samenhang achter elkaar waren geplaatst. Lag het daaraan dat het boek weinig aandacht kreeg? Alleen De Telegraaf besteedde er twee lovende artikelen aan. Volgens de recensent was het een “vlot en boeiend” geschreven verhaal dat een “fris en ongecompliceerd” beeld van de oorlog gaf. De grote figuren uit de Nederlandse gemeenschap in Londen, zoals koningin Wilhelmina, prins Bernhard en premier Gerbrandy, werden volgens de recensent “zuiver en haast simplistisch” geschetst, zodat al hun sterke en minder sterke kanten duidelijk waren voor de lezer.

Hazelhoff Roelfzema had zich iets anders voorgesteld van de publicatie. Hij wist de rechten van zijn boek terug te krijgen van De Geïllustreerde Pers en veranderde van uitgever. Een jaar later verscheen het boek opnieuw, nu onder de titel Soldaat van Oranje. Het was iets dikker, geïllustreerd en voorzien van een voorwoord door prins Bernhard. De prins was ook bereid het eerste – in leer gebonden – exemplaar op paleis Soestdijk in ontvangst te nemen.

In tegenstelling tot Het hol van de ratelslang kreeg Soldaat van Oranje direct veel meer aandacht. De overhandiging van het eerste exemplaar aan prins Bernhard haalde zelfs het televisiejournaal. Ook mocht Hazelhoff Roelfzema langskomen bij Voor de vuist weg van Willem Duys, een van de best bekeken televisieprogramma’s van die tijd. In de dagen na de uitzending verscheen een aantal columns, recensies en interviews, waarin het boek over het algemeen goed werd ontvangen. Het legde de verkoop geen windeieren: in november 1971 ging het honderdduizendste exemplaar over de toonbank. Tot op heden zijn er meer dan een miljoen exemplaren verkocht.

 

Non-conformisme
Soldaat van Oranje maakte deel uit van een stroom oorlogsmemoires die in de periode 1970-1990 het licht zag. Dat juist dit boek zo’n besteller werd, kwam in de eerste plaats ongetwijfeld door het spannende verhaal en de vlotte schrijfstijl. De contacten met de leden van het Koninklijk Huis zorgden eveneens voor extra belangstelling van pers en publiek. Ook was Hazelhoff Roelfzema al relatief bekend door zijn regelmatige optredens in de media en door de boeken die hij voor de oorlog had gepubliceerd over zijn reizen in de Verenigde Staten en over de Winteroorlog tussen Finland en de Sovjet-Unie.

Het boek sloeg ook opvallend goed aan bij een jong publiek. Dat herkende zich in Hazelhoff Roelfzema’s non-conformistische en antiautoritaire opstelling. Zo had hij geweigerd de bevelen van zijn meerdere uit te voeren – kolonel M.R. de Bruyne, hoofd van de Centrale Inlichtingendienst – omdat hij vond dat zij geheime operaties in gevaar brachten, met als gevolg dat hij voor de krijgsraad werd gedaagd.

Maar bovenal was Soldaat van Oranje een succes omdat het aanhaakte bij de toegenomen belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog en de ruimte die er kwam voor individuele herinneringen vanaf het midden van de jaren zestig.

Tegelijkertijd was Soldaat van Oranje een vreemde eend in de bijt. Terwijl in de publieke herinnering aan de Tweede Wereldoorlog de slachtoffers steeds meer centraal kwamen te staan, draaide het in Soldaat van Oranje om het verzet. Terwijl er steeds meer aandacht kwam voor de psychische problemen waarmee veel mensen worstelden als gevolg van de oorlog, draaide het in Hazelhoffs boek vooral om actie. Hoe kan deze schijnbare tegenstijdigheid worden verklaard? Misschien was een deel van het succes een gevolg van het feit dat een wat conservatiever lezerspubliek in dit boek een welkom tegengeluid zag tegen de linkse progressieven die de nationale verzetsmythe afbraken?

Erik Hazelhoff Roelfzema samen met de Nederlandse acteur Rutger Hauer (1944), die zijn personage speelt in de gelijknamige film (1977). Foto: Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Henk Hilterman

 

Sleutel tot succes
Het relaas van Erik Hazelhoff Roelfzema over zijn oorlogservaringen heeft nog altijd een enorm bereik. Het boek was een bestseller, Paul Verhoevens verfilming uit 1977 staat in de toptien van best bezochte films in Nederland en de musical Soldaat van Oranje, die inmiddels twee miljoen bezoekers trok, is al bijna zeven jaar uitverkocht. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat Hazelhoff Roelfzema’s verhaal vanaf de jaren zeventig een dominante plaats inneemt in de beeldvorming over het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Zowel de film als de musical volgen het boek, dat begin jaren zeventig verscheen, in grote lijnen. Ze houden het wat eenzijdige beeld van verzet dat het boek neerzet daarmee grotendeels in stand. Het verzet wordt in de publieke herinnering vooral geassocieerd met de mannelijke studenten, Engelandvaarders, de geheime dienst en het koningshuis die in Soldaat van Oranje zo’n grote rol spelen. De grote diversiteit aan verzetsachtergronden en activiteiten verdwijnt daardoor uit beeld. Denk daarbij bijvoorbeeld aan verzet dat was ingegeven door religieuze of politieke motieven, of aan de vele andere gezichten van het verzet – van de ondergrondse pers en sabotagegroepen tot de zorg voor de onderduikers en het heimelijk luisteren naar Radio Oranje.

Wel zie je in de film en de musical enigszins terug hoe de beoordeling van het verzet met de jaren verschuift. Zijn de verzetsmensen in het boek nog uiterst capabel, in de film zijn de meesten – afgezien van hoofdpersoon Erik Lanshof – toch wat klunzig. In de musical heeft het verzet juist weer iets heroïsch. Hier ligt misschien ook wel de sleutel tot het immense succes van de musical: het heldenverhaal van de Soldaat van Oranje biedt wellicht het houvast waar mensen in een tijd van grote economische, sociale en politieke onzekerheden behoefte aan hebben. Net zoals het boek eerder ook aansloot bij de behoeften in de jaren zeventig, namelijk een verhaal over non-conformisme en het gelijktijdige verlangen naar een conservatief tegengeluid. En misschien is dat ook wel het uiteindelijke geheim achter het succes van Soldaat van Oranje in al zijn verschijningsvormen: het weet in verschillende tijden steeds weer een nieuwe snaar te raken.

 

 

Onno Sinke

Over de auteur
Onno Sinke werkt als beleidsonderzoeker/adviseur voor Arq Kenniscentrum Oorlog, Vervolging en Geweld. Hij promoveerde in 2009 op een proefschrift over Radio Oranje en publiceerde daarna meerdere boeken over de Tweede Wereldoorlog. Hij werkt nu aan een biografie van Erik Hazelhoff Roelfzema. De ‘Soldaat van Oranje’ is dominant in de publieke herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, maar opmerkelijk genoeg ontbreekt tot nu toe een biografie van zijn leven.